In deze oefening wordt defusie toegepast door de gedachte of het gevoel te benoemen in de tegenwoordige tijd en in de derde persoon. Dit helpt de deelnemer om afstand te nemen van de gedachte of het gevoel en te zien dat het slechts een gedachte of gevoel is.
Doel
Je leert afstand nemen van je gedachten en gevoelens.
Je leert ervaren dat gedachten en gevoelens niet altijd waar zijn of kloppen.
Je leert dat jij niet je gedachten.
Instructie
Je sluit je ogen en concentreert zich op een gedachte of gevoel dat op dit moment aanwezig is.
Je benoemt de gedachte of het gevoel in de tegenwoordige tijd.
Je schrijft de gedachte of het gevoel op in de tegenwoordige tijd.
Je benoemt de gedachte of het gevoel in de derde persoon.
Je schrijft de gedachte of het gevoel op in de derde persoon.
Voorbeeld
Deelnemer: "Ik ben bang dat ik faal."
Deelnemer schrijft op: "De gedachte dat ik faal is aanwezig."
Deelnemer: "De gedachte dat ik faal is een gedachte."
Deelnemer schrijft op: "De gedachte dat ik faal is een gedachte die in mijn hoofd rondgaat."